In de Bijbel komen er eveneens allerlei demonen voor, met name in de woestijn of op verlaten plaatsen (zie bijvoorbeeld Jesaja 13,21 of 34,14). Ze doen zich voor in de gedaanten van wilde dieren, er is zelfs een demon die een naam krijgt (Lilit). In het Nieuwe Testament wemelt het van demonen die hun greep krijgen op bepaalde mensen.

 

 

 

 

 

In de Bijbel zijn demonen vooral een negatief verschijnsel: onreine of kwade geesten.

 

Zoals God kan rekenen op zijn engelen, zo Satan op zijn demonen. Zijn handlangers creëren chaos, stoken onrust, maken mensen ziek en afhankelijk. Zoals in dit verhaal uit Lucas 8,26-29: 

  • Ze voeren verder naar het gebied van de Gerasenen, dat tegenover Galilea ligt. Toen [Jezus] aan land stapte, kwam hem vanuit de stad een man tegemoet die door demonen bezeten was. Deze man droeg al geruime tijd geen kleren meer en woonde niet in een huis, maar in de rotsgraven.
    Toen hij Jezus zag, viel hij schreeuwend voor hem neer en riep luidkeels: “Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik smeek je, doe me geen pijn!” Jezus stond namelijk op het punt de onreine geest te bevelen uit de man weg te gaan. Want die had hem al heel lang in zijn macht, en gewoonlijk werd de man voor de veiligheid aan handen en voeten geboeid, maar telkens trok hij de boeien kapot en werd hij door de demon naar eenzame plaatsen gedreven.

Als je jezelf niet meer bent

We zien hier een man die in de macht is van een demon, dat wil zeggen dat hij iedere zeggenschap en iedere controle over zichzelf verloren heeft. Hij leeft niet meer, maar wordt geleefd.

 

Wij vertolken dergelijke fenomenen – die ons ook bekend zijn – vandaag in termen van psychologische of psychiatrische ziektebeelden.

 

Een mens die door een ‘demon’ bezet wordt, lijdt aan ‘bezetenheid’: hij is niet meer vrij, wordt beheerst door iets dat buiten hem/haar lijkt te liggen. Het heeft dus te maken met vormen van afhankelijkheid. Wij kunnen daarbij vandaag eveneens denken aan een afhankelijkheid van andere mensen of zelfs van bepaalde systemen. Deze afhankelijkheid is steeds negatief, omdat de mens als subject in de verdrukking komt.

 

Jezus drijft overal waar hij komt demonen uit. Hij kan niet anders, want hij verkondigt niet de heerschappij van afhankelijkheid en onvrijheid, maar die van God.

 

En dat is een heerschappij die juist vrij maakt, die de mens helemaal mens doet zijn. Matteüs laat het Jezus aldus formuleren: Als ik, Jezus, door de Geest van God demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij jullie gekomen. (Matteüs 12,28)

Ook zijn leerlingen krijgen de opdracht om overal waar zij komen de demonen uit te drijven. Hun opdracht is altijd tweeledig: het koninkrijk van God verkondigen (met parabels en verhalen) én de zieken genezen van ziekte of bezetenheid (zie Lucas 9,2 en 10,17). Het koninkrijk van God krijgt in die twee activiteiten gestalte. Het is dus niet voldoende om alleen maar aan verkondiging van de blijde boodschap te doen!

Wanneer we de Bijbel lezen, moeten we dikwijls een cultuuromslag maken. Het spreken over ‘demonen’ of over ‘kwade geesten’ komt bij ons vreemd over. We moeten daarom altijd wat moeite doen om die culturele kloof te overbruggen. Maar het kan wel.

 

Als we goed luisteren, herkennen we maar al te goed wat hier demon genoemd wordt.

 

Hedendaagse demonen en Jezus’ genezende kracht

Ook vandaag hebben we vormen van afhankelijkheid. Denk maar aan verslavingen allerhande: drugs, smartphones, auto rijden, veel eten en drinken. En ook vandaag ervaren mensen dat hun lichaam ‘bezet’ is, bijvoorbeeld door seksueel misbruik.

Al die demonen moeten ‘verjaagd’ worden zodat mensen hun eigen leven weer in handen kunnen nemen.

 

 

In Jezus’ tijd waren er nog geen psychologen of psychiaters. Maar kunnen wij nog zíjn helende kracht laten werken?

 

ons uitnodigen Dat kan : zie contact ! 

 

  • Genees zieken en wek doden op, reinig mensen die door een huidziekte onrein zijn, en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!